Back to the essence: how Jazz de Bruin graduates with a chisel instead of a mouse
Graduation as an inner apprenticeship, an artisanal manifesto, and a plea for attention.
When Jazz de Bruin (31) earned his diploma in graphic design back in 2013, he knew it was only the beginning. The desire to go deeper, to find his own way of designing, led him to study Interior Design. His fascination with architecture and spatial design had been there since childhood: as a boy, he would browse Funda daily, reimagining homes by sketching new layouts and floorplans. Now, after already building a career in design, he is approaching graduation – not with a sleek visual or streamlined end product, but with a written essay and a self-made wooden workbench.
“I don’t see my graduation as a business card,” says Jazz, “but as an inner portfolio.”
From fascination to form
The search for a suitable graduation project began with a question many design students will recognise: what truly fascinates me? At first, Jazz considered repurposing a listed building in Rotterdam – a natural fit after his minor in Redesign & Heritage. But it felt too safe. Too linear. He decided to dig deeper.
This sparked a reflective period, during which he examined his design visions and moral preferences. A recurring thread emerged: craftsmanship, essence, and a growing fascination with Japanese joinery. He wrote an essay on minimalism, timelessness and artisanal quality as antidotes to today’s fast-paced, digital and efficiency-driven society.
“I wanted to understand what I’m actually doing,” he says. “And why.”
Wood as a teacher
But Jazz didn’t want his essay to stay on the page. He wanted to feel it – to make something. He bought chisels and a Japanese saw, walked into the timber yard and, with no prior experience, began building a workbench. Not as a design object, but as a material expression of his design vision. An exercise in slowness. In attention. In learning through the act of making.
“Sharpening the chisel required total concentration. The slightest distraction could be dangerous. That kind of focus – that’s what we need.”
Time, sweat, trial and error – all of it is hidden inside the final piece. It’s the duality he wants to highlight in his graduation presentation: the contrast between the polished result and the messy, human process behind it. Between what we see, and what is felt.
Against the grain
Jazz’s essay also critiques the tension between craftsmanship and efficiency. Prefab building is fast, cheap and logical – but often lacks meaning. Even when traditional methods are revived for ecological reasons, it’s frequently done by machine. The true value – the slow, the human, the tactile – is left out.
He wants to honour and revive traditional building methods, like Japanese joinery, timber framing, and rural carpentry. In Japan, these practices are still alive. In the West, we’ve largely lost touch. Yet, Jazz notes, our desire to work with our hands is resurfacing: from baking bread and throwing pottery to gardening and woodworking.
“Our hands are itching to make. To feel that we’re doing something.”


Tossing and turning
He initially tried turning his essay into a step-by-step methodology, but quickly realised the irony: it became another tool for designing efficiently – the very thing he was arguing against. So he scrapped it. Instead, he leaves space for interpretation, for slowing down, for questioning.
His entire process – from concept to craft – became an organic discovery, free from the traditional design phases. No sketches-to-models, no CAD drawings. Even his SketchUp licence expired somewhere along the way. And that felt… just right.
“Drawing by hand gives you room. Time. Space to think.”
Designing with attention
Jazz’s graduation project shows there’s no fixed formula for becoming a designer. His final work is not a polished design brief, but a personal story – about going back to the core, using wood, words and silence.
What comes next? That’s still wide open. Perhaps he’ll start his own studio. Perhaps he’ll become a furniture maker. Perhaps he’ll leave the Netherlands in search of more space for slowness and meaning.
One thing he knows: he wants to design with time. With presence. With care.
“Look slowly, choose consciously, and design with attention.”
Jazz de Bruin is graduating this year from the Interior Design programme. His final project consists of an essay on craftsmanship, timelessness and essence – alongside a self-built wooden workbench in which those values come to life.




Terug naar de essentie: hoe Jazz de Bruin afstudeert met een beitel in plaats van een muis
Afstuderen als een innerlijke leerschool, een ambachtelijk manifest en een pleidooi voor aandacht.
Toen Jazz de Bruin (31) in 2013 zijn diploma grafisch vormgeven op zak had, wist hij één ding zeker: dit was pas het begin. De behoefte om dieper te gaan, om zíjn manier van ontwerpen te vinden, bracht hem naar de opleiding Interior Design. Zijn fascinatie voor architectuur en het ontwerpen van ruimtes zat er al vroeg in: als kind herinrichtte hij huizen van Funda, met potlood en papier. Nu, na al een carrière in ontwerp te hebben opgebouwd, staat hij op het punt af te studeren. Niet met een gelikte visual of een gestroomlijnd eindontwerp, maar met een essay en een zelfgemaakte houten werkbank.
“Ik zie mijn afstuderen niet als een visitekaartje,” zegt Jazz, “maar als een innerlijk portfolio.”
Van fascinatie naar vorm
De zoektocht naar een passend afstudeerproject begon bij een vraag die veel studenten zullen herkennen: waar ben ik echt door gefascineerd? Eerst dacht hij aan het herbestemmen van een rijksmonument in zijn woonplaats Rotterdam – een logisch vervolg op de minor Redesign & Heritage. Maar dat plan voelde veilig. Te logisch. Jazz besloot dieper te graven.
Wat volgde was een reflectieve fase waarin hij zijn ontwerpvisies en morele voorkeuren onder de loep nam. De rode draad? Ambacht, essentie, en een groeiende fascinatie voor Japanse houtverbindingen. Hij schreef een essay over minimalisme, tijdloosheid en vakmanschap als tegengif voor een maatschappij die vooral snel, digitaal en efficiënt wil zijn.
“Ik wil weten wat ik eigenlijk écht aan het doen ben,” zegt hij. “En waarom.”
Hout als leermeester
Daarom besloot Jazz zijn essay niet te laten eindigen op papier. Hij wilde het voelen, door iets te maken. Hij kocht beitels en een Japanse zaag, liep de houthandel binnen en begon – zonder enige ervaring – aan het bouwen van een werkbank. Niet als ontwerpobject, maar als materiële vertaling van zijn ontwerpvisie. Een oefening in aandacht. In traagheid. In het ambachtelijk leren door te dóen.
“Het slijpen van mijn beitel vroeg om opperste concentratie. Elke afleiding kon gevaarlijk zijn. Dat soort focus – die hebben we nodig.”
In de werkbank zitten lagen verscholen die je op het eerste gezicht niet ziet: tijd, zweet, mislukte pogingen, hernieuwde pogingen. Het is de dualiteit die hij in zijn presentatie wil laten zien – tussen het ogenschijnlijk strakke eindresultaat en de rommelige, vaak moeizame weg ernaartoe. Tussen wat zichtbaar is, en wat voelbaar is.
Tegen de stroom in
Jazz kaart in zijn essay ook de spanningen aan tussen ambacht en efficiëntie. Prefab bouwen is goedkoop, snel en logisch – maar gaat vaak voorbij aan betekenis. Terwijl ambacht steeds vaker vanuit ecologisch perspectief wordt ingezet, gebeurt dat vaak op machinale wijze, stelt hij. De werkelijke waarde – het langzame, het menselijke, het voelende – blijft onderbelicht.
Hij wil traditionele bouwmethodes eren en herwaarderen, zoals de Japanse houtverbindingen die nog steeds met de hand worden gemaakt. In het Westen zijn we dat grotendeels kwijtgeraakt. En toch... de populariteit van brood bakken, potten draaien en moestuinieren wijst volgens Jazz op een stille, collectieve hunkering: we willen weer met onze handen werken.
“Onze handen jeuken om te maken. Om te voelen dat we iets dóen.”


Werpen en verwerpen
De methodische handleiding die hij aanvankelijk uit zijn essay distilleerde, bleek ironisch genoeg zelf weer te neigen naar het soort efficiëntie waar hij zich tegen verzet. Dus verwierp hij ook die. In plaats daarvan biedt hij ruimte voor interpretatie. Voor vertraging. Voor het stellen van vragen in plaats van het geven van antwoorden.
Zijn hele proces – van idee tot werkbank – werd een organische ontdekkingstocht, waarin hij de klassieke ontwerpstappen losliet. Geen schets-fase, voorlopig ontwerp of 3D-modellen. Zelfs zijn SketchUp-licentie verliep ergens halverwege. En dat voelde... logisch.
“Al tekenend ontstaat ruimte. Tijd. Denkruimte.”
Aandacht als ontwerpmethodiek
Jazz’ verhaal laat zien dat er niet één manier is om af te studeren als ontwerper. Zijn afstudeerproject is geen sluitstuk van een curriculum, maar een begin van iets anders. Een verhaal over terugkeren naar de kern, via hout, woorden en stilte.
Wat daarna komt? Dat ligt nog open. Misschien begint hij een eigen studio. Misschien wordt hij meubelmaker. Misschien trekt hij weg uit Nederland, op zoek naar meer ruimte voor ambacht en aandacht.
Wat hij zeker weet: hij wil ontwerpen met tijd. Met betekenis. En met aandacht.
“Kijk in rust, kies bewust en ontwerp met aandacht.”
Jazz de Bruin studeert dit jaar af aan de opleiding Interior Design. Zijn afstudeerproject bestaat uit een essay over vakmanschap, tijdloosheid en essentie – én een handgemaakte werkbank waarin deze waarden tot leven komen.



