“De natuur als opdrachtgever”
Hoe duurzaam ontwerp vraagt om een andere mindset – in de praktijk én in het onderwijs
“Bouwen mét de natuur, in plaats van pontificaal ín de natuur.”
— Hubert van Keulen, ontwerper en docent
Duurzaam ontwerpen is geen trend meer. Het is noodzaak. Maar wat betekent dat concreet voor de ontwerppraktijk én voor het onderwijs dat nieuwe generaties ontwerpers voorbereidt op een andere toekomst?
We spraken met Hubert van Keulen, ontwerper en docent, over regeneratief denken, hergebruik en de rol van creativiteit in het werken met wat er al is. Saskia Tuinstra, docent en medeontwikkelaar van de module Future Driven Design, laat zien hoe studenten leren om vanuit rampscenario’s te denken en te ontwerpen voor toekomstbeelden.

Regeneratief ontwerpen: samenwerken met de natuur
Duurzaamheid kent vele gezichten: circulair, biobased, biophilisch, holistisch. Maar de kern ervan? Volgens Hubert van Keulen is dat regeneratie: “Regeneratief ontwerpen gaat over samenwerken met de natuur. Inspelen op de wind, de zon, de lokale flora en fauna. Het gebouw als onderdeel van een levend ecosysteem.”
Hubert pleit ervoor om de natuur te zien als volwaardige stakeholder — net zo belangrijk als de opdrachtgever of gebruiker. In zijn praktijk werkt hij onder andere samen met Oboros, een circulair platform dat geoogste materialen uit gesloopte panden beschikbaar maakt voor nieuwe ontwerpen.
Bouwen met wat er al is
Waarom zouden we nieuwe materialen produceren als er al zoveel waardevols rondslingert? In oud bouwmateriaal zit immers al energie opgeslagen: van grondstofwinning tot transport.
“Creativiteit zit niet alleen in het blanco vel,” zegt Hubert. “Juist door te reageren op wat er al is, ontstaan nieuwe vormen van ontwerpdenken.”
Het hergebruiken van gevels, kozijnen of zelfs hele puien vraagt om flexibiliteit in ontwerp. Misschien zijn er acht ramen beschikbaar, terwijl je er tien dacht nodig te hebben. Hoe maak je daar toch een kloppend geheel van? Juist dat spanningsveld vergroot het oplossend vermogen van ontwerpers.

Stoppen met symptoombestrijding
Veel gebouwen worden vandaag de dag volgehangen met techniek om binnenklimaat, energiegebruik en comfort te regelen.
“Maar vaak lossen we dan problemen op die we zelf gecreëerd hebben,” stelt Hubert. “Als je een hele glazen gevel op het zuiden zet, moet je gaan koelen. Terwijl de natuur zélf al oplossingen aandraagt — schaduw, ventilatie, materiaalkeuze.”
Duurzaam ontwerpen is dan ook geen trucje, maar een andere manier van kijken. En luisteren. Naar de plek, de omgeving, en de tijd waarin we ontwerpen.
Ontwerpen zonder einddatum
In de architectuurwereld ziet Hubert nog vaak gebouwen ontstaan die wel esthetisch indrukwekkend zijn, maar niet toekomstbestendig.
“Kijk naar het nieuwe Louis Vuitton-gebouw in Parijs van Frank Gehry. Prachtig, maar het is zo complex en inflexibel dat hergebruik bijna onmogelijk is. Een gebouw zonder toekomst.”
Daartegenover staan ontwerpers uit Japan, die volgens Hubert vaker balans zoeken tussen aantrekkingskracht en duurzaamheid. Tijdloze gebouwen, ontworpen met respect voor omgeving én verandering.

De nieuwe generatie leert anders kijken
Ook binnen het onderwijs verschuift het perspectief. Tijdens de module Future Driven Design buigen tweedejaars studenten zich over grote vragen: wat als Deventer onder water komt te staan door de stijgende zeespiegel? Hoe ontwerpen we dan voor een nieuwe manier van leven?
Docent Saskia Tuinstra licht toe: “Door te vertrekken vanuit doemscenario’s dwingen we studenten om breder en vooral anders te denken. Niet vanuit paniek, maar in mogelijkeden. Zodat je kunt ontdekken hoe je via ontwerp positieve impact kunt maken op de samenleving en klimaatverandering.” Het gaat dus vooral om bewustwording.
Studenten leerden ontwerpen met behulp van passieve principes en vanuit natuurlijke omstandigheden. Hoe benut je zon, wind, water en landschap op een specifieke plek? Hoe wordt de natuur weer een volledig duurzame inspiratiebron én materiaal?

Interieur en exterieur: één geheel
Saskia benadrukt hoe belangrijk het is om interieurontwerp niet los te zien van zijn omgeving: “We ontwerpen voor binnen, maar binnen en buiten zijn altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bewustwording van de omgeving, context, samenhang en belangen die hiermee samengaan is goed om in het onderwijs te laten terugkomen. Denk aan lokale materialen, klimaatbeheersing of culturele invloeden.”
Bij Saxion krijgen studenten daarom de ruimte om op verschillende schaalniveaus te werken — vanuit het interieur, maar ook de relatie tot het exterieur en tot (deels) stedelijk ontwerp. Zo ontwikkelen ze een bredere blik en leren ze ontwerpen vanuit samenhang, systeemdenken en verantwoordelijkheid.

(Re)generatie van de toekomst
“Een goede ontwerper kijkt niet alleen naar zijn eigen visie, maar luistert naar wat er wás, is en nog gaat komen”, aldus Tuinstra. “Laten we leren van elkaar, en van het verleden, en dit meenemen naar het verbeteren van de toekomst.”
De duurzaamheidsvraagstukken van nu vragen om een nieuwe manier van ontwerpen. Niet als reactie op een hype, maar als vanzelfsprekend uitgangspunt.
Misschien wordt het wel onze tweede natuur?