Van modeacademie tot ruimtelijk ontwerp
Het inspirerende verhaal van Jan Peter (JP) Scheen, docent bij de opleidingen Interior Design en Interior Brand Identity.
Ooit begon hij als student op de Arnhemse modeacademie, maar inmiddels heeft hij zijn eigen weg gevonden in de wereld van ruimtelijk ontwerp en textiele vormgeving. We spraken met JP Scheen over zijn passie voor materialen, zijn achtergrond in de culturele sector en zijn visie op onderwijs.
Van mode naar ruimtelijk ontwerp – hoe is die overgang verlopen?
JP: "Tijdens mijn studie aan de modeacademie merkte ik al snel dat mijn interesse verder ging dan alleen kledingontwerp. Ik was meer gefascineerd door het grotere geheel, de context waarin mode zich beweegt. Hoe een ontwerp gepresenteerd wordt, hoe een ruimte beïnvloedt wat je ziet en ervaart – dat soort dingen hielden mij bezig. Die interesse leidde me uiteindelijk naar het ruimtelijke ontwerp."
Je hebt acht jaar gewerkt als zelfstandig ontwerper in de culturele sector. Wat voor projecten deed je?
JP: "Ik ontwierp tentoonstellingen en presentaties voor culturele instellingen, musea, onderwijsinstellingen en ambassades. Mode en textiel vormden daarin altijd een rode draad. Soms was het een expositie over modegeschiedenis, andere keren een interactieve installatie waarin textiele structuren een belangrijke rol speelden. Het was een mooie manier om kunst, ontwerp en educatie samen te brengen."
‘Kunst, ontwerp en educatie hebben zoveel overlap, dat ze niet zonder elkaar kunnen’
Textiel speelt nog steeds een grote rol in je werk. Wat trekt je daarin aan?
JP: "Voor mij is textiel een ontzettend veelzijdig materiaal. Het is zacht, beweeglijk en kan op zoveel manieren toegepast worden in ruimtelijke ontwerpen. Bovendien gaat het niet alleen om de vorm, maar ook om het gevoel. Ik werk graag ambachtelijk, experimenteer met stoffen en structuren. Dat tastbare aspect is iets wat ik ook graag aan studenten wil meegeven."

Hoe breng je jouw ontwerpbenadering over op studenten?
JP: "Ik vind het belangrijk dat studenten leren kijken. Niet zomaar oppervlakkig, maar echt waarnemen wat er om hen heen gebeurt: hoe kleuren veranderen in verschillend licht, hoe texturen aanvoelen, hoe vormen in de ruimte werken. Pas als je dat bewust doet, kun je je eigen beeldtaal ontwikkelen en jezelf uitdrukken in materiaal en vorm. En natuurlijk is maken ontzettend belangrijk. Veel zien en vooral veel doen!"
Wat hoop je studenten mee te geven?
JP: "Dat ze hun eigen vormentaal ontdekken en zich niet laten beperken door conventies. Dat ze durven experimenteren en voelen hoe materialen werken. En dat ze begrijpen dat ontwerp niet alleen gaat om het eindproduct, maar ook om het proces, het ambacht en de interactie met de wereld om hen heen."
Met zijn rijke ervaring en passie voor materiaal en vormgeving is JP een waardevolle toevoeging aan onze opleidingen. Welkom JP!